Islamitische Gemeenschap Milli Görüş Noord-Nederland vindt het wetsvoorstel van minister Wiersma onrechtvaardig

Op 18 november 2022 heeft Islamitische Gemeenschap Milli Görüş Noord-Nederland (hierna: IGMG Noord Nederland) spijtig kennisgenomen van de kamerbrief ’vrij en veilig onderwijs’ van de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, Dennis Wiersma. In deze kamerbrief heeft hij zijn aanpak aangekondigd om in te grijpen binnen het informeel onderwijs waar antidemocratische, antirechtstatelijke of anti-integratieve denkwijze worden verkondigd. Eén van de door de minister aangekondigde maatregelen betreft de instelling van een meldpunt waar ouders en leraren van regulier onderwijs melding kunnen doen indien er in het informeel onderwijs antidemocratische, antirechtstatelijke of anti-integratieve denkwijzen geconstateerd worden

Standpunt IGMG Noord-Nederland over ingrijpen binnen het informeel onderwijs
Wij als IGMG Noord Nederland zijn voorstander van het stimuleren van burgerschap en een juiste vorming van de kinderen. Daar maken het aanpakken van misstanden en het kwalitatief verbeteren van informeel onderwijs integraal onderdeel van uit. Maar het wetsvoorstel zou veel gerichter en proportioneler moeten zijn, en vooral ook voor alle vormen van informele scholing moeten gelden. Nu wordt het als een algemeen voorgesteld wetsvoorstel ingediend dat in de praktijk vooral gericht is op initiatieven uit de moslimgemeenschap.

Wij vragen ons af tot wie minister Wiersma zich  met het wetsvoorstel “ingrijpen in informeel onderwijs” richt. Daarbij valt het op dat de Landsadvocaat in zijn advies kritisch is over de beperkte scoop in het wetsvoorstel van het begrip informele scholing. De landsadvocaat merkt op dat het begrip informele scholing een breed begrip is, terwijl het volgens de minister gaat om een ‘beperkt aantal’ organisaties waar mogelijk zorgen om zijn.

Het uitgangspunt van de minister is nu dat er meldingen gedaan kunnen worden wanneer sprake is van antidemocratische, antirechtstatelijke of anti-integratie-activiteiten. De vraag die bij ons opkomt is; wat is de definitie voor deze termen, wanneer is er sprake van en wie bepaalt dit? Welke garantie wordt afgegeven dat dit bij alle vormen van informele scholing wordt toegepast, en op welke manier wordt dit verantwoord en getoetst? Daarnaast blijft natuurlijk de vraag in hoeverre het wetsvoorstel niet in strijd is met de scheiding van kerk en staat.

Reflectiesessies ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid
Enerzijds zien wij dat het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid bezig is met het herstellen van het vertrouwen tussen de overheid en de moslimgemeenschap in Nederland. Anderzijds is minister Dennis Wiersma met de aangekondigde maatregelen het herstellen van dit vertrouwen aan het tegenwerken.

Advies landsadvocaat
Uit het advies van de Landsadvocaat blijkt dat de lat voor ingrijpen tegen antidemocratische, antiintegratieve of anti-rechtstatelijke scholing bij informele lesinstituten hoog ligt. Inzet van instrumenten botst al snel met de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en godsdienstvrijheid. Er wordt geconstateerd dat in algemene zin geldt hoe ingrijpender het in te zetten instrument is, hoe hoger de juridische lat ligt. Dat betekent dat meer feiten en nadere onderbouwing nodig zijn om aan te tonen dat ingrijpen noodzakelijk is bij informele lesinstituten.

Op grond van het bovenstaande, roepen wij de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs op om het wetsvoorstel over het ingrijpen in informeel onderwijs in te trekken en met IGMG Noord-Nederland het gesprek aan te gaan over hoe deze particuliere initiatieven optimaal kunnen bijdragen aan de vorming van onze jongeren

In afwachting van uw reactie verblijven wij.

Met vriendelijke groet,

Voorzitter IGMG Noord Nederland
drs. M. (Mustafa) Hamurcu

Published On: november 23, 2022Categories: Persbericht2,8 min readViews: 755562 words